Daar de groep niet groot was en zij niet over een voetbalveld beschikte werd gekozen voor het openbare grasveld nabij de Zegbroeklaan in Den Haag om voor de lol een balletje te trappen. Men beleefde hieraan heel veel plezier en deze sportactiviteit kreeg in de zomer een wekelijkse frequentie. Naar mate de zomer verstreek sloten ook andere hier verblijvende jongeren zich bij de groep aan. De groep was aan het einde van de zomer 1961 groot genoeg om stappen te ondernemen om in verenigingsverband te gaan voetballen.